Gran Sasso, little Tibet in Italy

Tocht van 8 dagen | totaal 135 kilometer met 3000 hoogtemeters | overnachten in verschillende berghutten en B&B’s | Google Maps van Gran Sasso

gebiedGran Sasso, Abruzzo, Teramo, Italië
approachvan L’Aquila met bus naar halte Colledara vanaf daar naar Montorio al Vomano
12km, ±3 uur, +50m / -250m (vlakke wandeling)
overnachting Montorio al Vomano
dag 1van Montoria al Vomano naar Prati di Tivo
10km gelopen, deels gelift
overnachting Hotel Gran Sasso 3
dag 2van Prati di Tivo naar Rifugio Duca degli Abruzzi
10km, ±5 uur, +1000m / -50m
overnachting Rifugio Duca degli Abruzzi
dag 3van Rifugio Duca degli Abruzzi naar Isola
21km, ±8 uur, +200m / -2000m, laatste deel gelift
overnachting agriturismo Santa Lucia
dag 4van Isola naar Castelli, vandaar met de bus naar Castel del Monte
10km, ±3 uur, +150m / -100m, daarna met de bus rondom het gebied omdat de wegen onbegaanbaar waren
overnachting Osteria del Lupo
dag 5wandeling rond Castel del Monte – rustdag
16km, ±5 uur, +350m / -380m
overnachting Osteria del Lupo
dag 6van Castel del Monte naar Santa Stefano di Sessanio
17km, ±6 uur, +350m / -430m
overnachting la Locande sul Lago
dag 7van Santa Stefano di Sessanio naar Rifugio di Lago Racollo
18km, ±7,5 uur, +600m / -260m
overnachting Rifugio di Lago Racollo
dag 8van Rif. di Lago Racollo naar Castel del Monte
9km, ±3 uur, +350m / -220m
overnachting terug in Amsterdam
kaart / appRother Walking Guide – Abruzzen
app Pocket Earth Pro
vervoervliegen op Rome
met auto van Rome naar L’Aquila ±3uur
kindJuki 6mnd

Tussen Rome en de Adriatische Zee ligt een geweldig gebergte; de Abruzzen. De Gran Sasso is één van de vier natuurparken in de Abruzzen. Een goed bewaard geheim, de uitgestrekte hoogvlakte wordt vaker ‘het Tibet van Europa’ genoemd. Wij liepen hier met dochter Juki een achtdaagse wandeling.


Van Amsterdam naar de Abruzzo

12kilometer in ±3 uur | 50 meter stijgen en 250 meter dalen (vlakke wandeling)

Vanmorgen om drie uur Juki van haar bed getild. Vervolgens werd ze verrast door taxi, vliegtuig, Smart Forfour en Italiaanse streekbus. Die laatste bracht ons bij de start van de wandeling. Montorio is ons eerste doel om de benen een beetje los te lopen. We maken een afspraak met de toekomst, de besneeuwde toppen daar gaan we heen deze week.


dag 1 – De piste op, richting Prati di Tivo

10 kilometer in ±5 uur | 350 meter stijgen, 540 meter dalen | deels gelift

Vanochtend zijn we langs de rivier de Vomano gaan wandelen, wat een rustige approach moest worden bleek een klauterpartij tussen bomen en struiken door. Door de aardbeving van een paar jaar terug was het wandelpad een soort training geworden zoals ik normaal van Rutger, mijn krachttrainer, gewend ben. Rond de lunch zaten we met onze voeten in de bedding van de Vomano met een heerlijk broodje mortadella en melk voor Juki. Het vervolg bleek wederom zo verwilderd dat we besloten te liften, eerst maar eens de bergen in. Van een leuk jong stel kregen we direct een lift naar Pietracamele. Een schattig bergdorp aan de voet van de Grande en Piccolo Corno. Vanaf daar doorklimmen naar het skioord Prati di Tivo.

Prati is de perfecte uitvalsbasis voor het echte wandelen. De toppen liggen vol met sneeuw dus daar mogen we met Juki niet overheen. We hebben een route gevonden door de Val Maone, langs de Grotto d’Orso. Maar eerst een potje scoppa met onze nieuwe vrienden.


dag 2 – Langs de Corno Grande naar onze hut op de kam

10 kilometer in 5 uur | 1000 meter stijgen en 50 meter dalen

Het pad vanuit Prati loopt direct een prachtig bos in. Delen zijn weggevaagd door grote lawines van dit voorjaar. Iedereen heeft het erover, er lag een pak sneeuw van vier meter dik. Het bos houdt op waar de vallei begint, een mooie klim naar de top. Het laatste stuk is zwaar met delen sneeuw en stijle grind paden.

Maar alle moeite wordt beloond als we boven zijn. Een prachtig uitzicht over groene velden en kleine dorpjes aan de ene kant van de berg een aan de andere kant de machtige krijtrotsen van de Corno Grande en Piccolo. Rond de middag komen we aan bij onze hut, Rifugio Duca degli Abruzzi. Dat is hét moment dat de hagel losbarst, onweer slaat in vlak naast ons. Elektra valt uit dus we spelen scoppa onder een deken. We zijn de enige gasten dus de hut is helemaal voor ons. Rond etenstijd is de elektra gemaakt en staat Max, de hutbaas, voor ons te koken. Apennijnensoep met aardappel, linzen, kikkererwten, gierst en bruine bonen. Kijk, dat vult tenminste na deze klim.


dag 3 – Langs tientallen lawines naar Isola

21 kilometer in ±8 uur | 200 meter stijgen en 2100 meter dalen

Nog geen kwartier nadat we besloten een rustdag te nemen, trok het alweer open. Niks rustdag, het werd de spannendste dag tot nu toe. Afscheid genomen van Max en goed gekleed richting Monte Aquila geklommen. De klim loopt over een spitse kam. Links liggen de bossen, steden en snelwegen. Rechts de prachtige leegte, lichtgroen grasland en verder niets. Over dezelfde kam begint ook de daling van 2495m helemaal het dal in. Uren dalen we door de bossen, tussen de beuken ligt ook nog veel sneeuw. Met zwabber benen komen we op het pad dat een aantal kilometer horizontaal blijft, we zijn blij met een verharde weg en kunnen alweer fantaseren over bier en antipasti in San Pietro. Daar begint het echte avontuur. Dit pad kruist talloze beekjes en elk beekje is door een lawine verwoest. De lawines hebben honderden bomen uit de grond mee getrokken. Dus nu klimmen we over bomen die op hun zij liggen, soms ligt er nog een pak sneeuw onder. Zo passeren we al klauterend acht lawines. Moe komen we bij wat op de kaart een rivier met brug had moeten zijn. Niks rivier, niks brug. We komen bij de grootste lawine van allemaal, de eindbaas.

Deze heeft zo een gat uit de berg geslagen dat de lieflijke rood-wit-rode bordjes geheel verdwenen zijn. We zoeken op omgevallen bomen, niks. We klimmen omhoog waar een ander pad hoort te zijn, niks te vinden. Nogmaals zoeken we de GR route en vinden we een oversteek over het ravijn bezaaid met honderden beukenbomen. De hoofdrol is voor Juki in deze spannende uren waarin we niet meer voor of achteruit kwamen, ze weet haar plek een sliep er helemaal doorheen. Ze zal later een goede onderhandelaar worden, ze weet wanneer ze haar mond moet houden. Aan de overkant vinden we het bospad weer en zijn blij met elke rood-wit-rood aanduiding. San Pietro blijkt zo klein dat we gaan liften naar Isola. Daar vinden we antipasti, pasta met fungi, lamsvlees, zoete cake met drank erin en praten we met de locals over alle ‘valanghe’.


dag 4 – Met de bus naar Castel del Monte

10 kilometer in ±3 uur | 150 meter stijgen en 100 meter dalen

We hebben een korte vlakke wandeling ingepland naar Castelli. Rond de lunch zijn we in dit pittoreske dorp op een heuvelrug met uitzicht op ons avontuur. Het leek de perfecte uitvalsbasis om in één keer naar de zuidkant van het gebied te lopen, naar Castel del Monte. We lunchen en kletsen met iedereen over deze oversteek. De zuidoost zijde van de Gran Sasso blijkt helemaal verwoest te zijn door lawines, hele dorpen en wegen zijn verdwenen. Ze hebben nu wel iets beters aan hun hoofd dan bomen rood-wit-rood schilderen. Het gebied is afgesloten en verboden terrein. We moeten onze plannen dus aanpassen. Gelukkig zit er ook nog een ander stel op het terras die ons een lift naar Teramo aanbieden. We hebben een uurtje om even door Teramo te wandelen. En ja hoor, Juki heeft niet heel veel tijd nodig: een zegening van een Franciscaanse monnik en heel veel knuffels van vier Italiaanse oma’s was de opbrengst. Vanaf Teramo nemen we de bus naar onze gehuurde Smart Forfour en zo komen we dezelfde dag nog in Castel del Monte aan. Het hele dorp bezet door een groep Duitsers, maar gelukkig biedt Davide ons de kamer van zijn overleden opa aan. We eten heerlijke kazen, arrosticini van schaap en Montepulciano erbij.


dag 5 – Wandelen op de Campo Imperatore

16 kilometer in ±5 uur | 350 meter stijgen en 380 meter dalen

We worden gewekt door de moeder van Davide. Een echte Italiaanse die in ruil voor wat knuffels met Juki, heerlijke cappuccino’s voor ons maakt. De perfecte voorbereiding voor een rondje over de hoogvlakte Campo Imperatore. Dit is waar je Europese western films kan opnemen. Je waant je in ‘Once upon a time in the west’, het is prachtig. In een bivak komen we twee verdwaalde figuranten tegen, gezamenlijk drinken we wijn en eten we focaccia. Aan hun kapmes te zien zijn het geen figuranten uit een western maar locals die de Campo als hun tweede thuis gebruiken. Later spelen scoppa en maken een plan voor de komende dagen. In de tussentijd verleidt Juki elke Italiaan, jong en oud, ze worden allemaal verliefd.


dag 6 – Santa Stefano via mooie dorpjes

17 kilometer in ±6 uur | 350 meter stijgen en 450 meter dalen

Vandaag lopen we de middeleeuwse dorpen route. We dalen af vanuit Castel del Monte en klimmen naar het volgende dorp op een heuvelrug. Het was vroeger vast heel tactisch zo bovenop een berg te settelen, ook gezond voor het volk want het zijn allemaal kuitenbrekers. Rond de lunch zijn we in Calascio, de oude burcht boven het dorp lijkt erg toeristisch maar de ricotta tortellini, het konijn met amandelen en de spelt-amandeltaart maken alles goed. Juki probeert eens wat brood. Na de lunch lopen we door naar Santa Stefano, onderweg komen we schaapherders tegen met honden die meer aan wolven doen denken. Past wel in het plaatje middeleeuwen. Het beste nieuws van deze heerlijke dag is dat de hut bovenop de berg open is. Dus morgen kunnen we nog een keer de hoogte in, naast een meer op de Campo Imperatore.


dag 7 – Fantastisch eten bij de hut op de Campo

18 kilometer in ±7,5 uur | 600 meter stijgen en 260 meter dalen

De zuidkant van Gran Sasso is het ‘Little Tibet’, groene heuvels, besneeuwde bergtoppen, weidse vlaktes, stoere runderen die rondstruinen, we zagen een vos, een gems, een razend snel konijn en de hond Maya bracht ons de berg op. Het is prachtig maar ik noem het liever ‘Little Piëmonte’. De aandacht voor goed en lokaal eten is erg opvallend. Gister sliepen we in een simpel verblijf aan een klein meer bij Santa Stefano. Leuke kamers, fijne douche en lieve jonge eigenaars. Maar hun eten, mamma mia! Eerst een amuse van het huis; de hele middag anijsbrood laten weken met tomaat en komkommer en olijfolie; boers, vreemd, heerlijk. Ik begreep gelijk wat het slowfood kookboek daar deed. Toen veel kleine hapjes waaronder kalfslever en salcicce in kikkererwten puree. Vanmiddag kwamen we aan bij onze hut op de Campo, hier aten we een verschillende soorten koe- en schapenkaas en heerlijke worsten allemaal met een mooi verhaal en lokaal. De bieren alleen maar ‘artisinale’. De Marcetto blijft het meest bij, het is de intense pecorino-spread die je op brood eet. De hoogte doet die schapen goed want dit spul is heerlijk. Juki smult lekker mee van de abrikozen en nectarines. We zijn klaar voor de laatste etappe!


dag 8 – Terug naar Castel del Monte

9 kilometer in ±4 uur | 350 meter stijgen en 220 meter dalen

Als toetje krijgen we de Monte Bolza voor de kiezen. Een mooie klim die ons weer terug brengt richting Castel del Monte. Daar is het nu een drukte van jewelste, zondags gekleed zit iedereen te kletsen en vroege apperativi e drinken. We kopen kazen, worsten, drinken koffie en schrijven kaarten.

We hebben 135 kilometer gewandeld in deze 9 etappes, een kleine 4000 hoogte meters geklommen, 43 luiers gevuld en honderden Italiaanse harten gebroken door Juki weer mee te nemen naar huis.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s